SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Daardoor kan snel nieuwe veiligheidsinformatie worden vastgesteld. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen te melden. Zie rubriek 4.8 voor het rapporteren van bijwerkingen.
1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Rozlytrek 100 mg harde capsules
Rozlytrek 200 mg harde capsules
2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Rozlytrek 100 mg harde capsules
Elke harde capsule bevat 100 mg entrectinib.
Hulpstoffen met bekend effect
Elke harde capsule bevat 65 mg lactose
Rozlytrek 200 mg harde capsules
Elke harde capsule bevat 200 mg entrectinib.
Hulpstoffen met bekend effect
Elke harde capsule bevat 130 mg lactose en 0,6 mg van de azokleurstof zonnegeel FCF (E110).
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3. FARMACEUTISCHE VORM
Harde capsule.
Rozlytrek 100 mg harde capsules
Een harde capsule van maat 2 (18 mm lang) met een ondoorzichtige gele romp en dop, waarvan de romp bedrukt is met “ENT 100” in blauw.
Rozlytrek 200 mg harde capsules
Een harde capsule van maat 0 (21,7 mm lang) met een ondoorzichtige oranje romp en dop, waarvan de romp bedrukt is met “ENT 200” in blauw.
4. KLINISCHE GEGEVENS
4.1 Therapeutische indicaties
Neurotrofe‑tyrosinereceptorkinase (NTRK)‑genfusie
Rozlytrek is geïndiceerd als monotherapie voor de behandeling van volwassen patiënten en pediatrische patiënten ouder dan 1 maand met solide tumoren die een NTRK‑genfusie vertonen,
die lokaal gevorderde of gemetastaseerde ziekte hebben of bij wie operatieve resectie waarschijnlijk leidt tot ernstige morbiditeit, en
die niet eerder zijn behandeld met een NTRK-remmer,
die geen toereikende behandelopties hebben (zie rubriek 4.4 en 5.1).
ROS1-genfusie
Rozlytrek is geïndiceerd als monotherapie voor de behandeling van volwassen patiënten met ROS1‑positief gevorderd niet‑kleincellig longcarcinoom (NSCLC), die niet eerder zijn behandeld met ROS1-remmers.
4.2 Dosering en wijze van toediening
Behandeling met Rozlytrek moet worden gestart door een beroepsbeoefenaar in de gezondheidszorg met ervaring in het gebruik van geneesmiddelen tegen kanker.
Patiëntenselectie
NTRK-genfusie
Een gevalideerde test is noodzakelijk voor het selecteren van patiënten met NTRK‑genfusie-positieve solide tumoren. Er moet een NTRK‑genfusie-positieve status worden vastgesteld vóór aanvang van de behandeling met Rozlytrek (zie rubriek 5.1).
ROS1-genfusie
Een gevalideerde test is noodzakelijk voor het selecteren van volwassen patiënten met ROS1‑positief NSCLC. Er moet een ROS1‑positieve status worden vastgesteld vóór aanvang van de behandeling met Rozlytrek (zie rubriek 5.1).
Dosering
Rozlytrek is beschikbaar als harde capsules of filmomhuld granulaat.
De arts moet de meest geschikte farmaceutische vorm voorschrijven op basis van de benodigde dosis en de behoeften van de patiënt.
- Hele capsules worden aanbevolen voor patiënten die hele capsules kunnen doorslikken en voor wie de benodigde dosis 100 mg of een veelvoud van 100 mg is. Patiënten die moeite hebben of niet in staat zijn om capsules door te slikken, of die enterale (bijvoorbeeld maag- of nasogastrische) toediening nodig hebben, kunnen behandeld worden met Rozlytrek capsules toegediend als orale suspensie. Zie ‘Wijze van toediening’ hieronder en rubriek 6.6.
- Rozlytrek filmomhuld granulaat wordt aanbevolen voor pediatrische patiënten die moeite hebben of niet in staat zijn om capsules door te slikken, maar wel zacht voedsel kunnen doorslikken en voor wie de benodigde dosis 50 mg of een veelvoud van 50 mg is. Filmomhuld granulaat moet op zacht voedsel worden gestrooid. Raadpleeg de Samenvatting van de Productkenmerken (SmPC) van Rozlytrek filmomhuld granulaat.
Volwassenen
De aanbevolen dosering voor volwassenen is 600 mg entrectinib eenmaal daags.
Pediatrische patiënten
Pediatrische patiënten > 6 maanden oud
De aanbevolen dosering voor pediatrische patiënten > 6 maanden oud is gebaseerd op lichaamsoppervlakte (BSA) (zie tabel 1). Patiënten die moeite hebben of niet in staat zijn om capsules door te slikken, maar wel zacht voedsel kunnen doorslikken, kunnen behandeld worden met Rozlytrek filmomhuld granulaat. Raadpleeg de Samenvatting van de Productkenmerken (SmPC) van Rozlytrek filmomhuld granulaat.
Tabel 1 Aanbevolen dosering voor pediatrische patiënten > 6 maanden
Lichaamsoppervlakte (BSA)* | Eenmaal daagse dosis |
≤ 0,42 m2 | 250 mg/m2** |
0,43 m2 tot 0,50 m2 | 100 mg |
0,51 m2 tot 0,80 m2 | 200 mg |
0,81 m2 tot 1,10 m2 | 300 mg |
1,11 m2 tot 1,50 m2 | 400 mg |
≥ 1,51 m2 | 600 mg |
*BSA-categorieën en aanbevolen dosering in tabel 1 zijn gebaseerd op nauw overeenkomende blootstellingen aan een streefdosis van 300 mg/m2.
**Om doseringsstappen van 10 mg mogelijk te maken, kunnen capsules worden gebruikt die bereid zijn als een orale suspensie. Raadpleeg de ‘Wijze van toediening’ hieronder en rubriek 6.6.
Pediatrische patiënten > 1 maand tot ≤ 6 maanden oud
De aanbevolen dosering voor pediatrische patiënten > 1 maand tot ≤ 6 maanden oud is 250 mg/m2 BSA entrectinib eenmaal daags, waarbij gebruik wordt gemaakt van capsules bereid als een orale suspensie.
Capsules kunnen worden toegediend als orale suspensie (voor oraal of enteraal gebruik) om doseringsstappen van 10 mg mogelijk te maken. De dagelijkse dosering moet worden afgerond naar de dichtstbijzijnde 10 mg-dosis zoals beschreven in de ‘Wijze van toediening’ hieronder en rubriek 6.6.
Duur van de behandeling
Aanbevolen wordt om patiënten met Rozlytrek te behandelen totdat er ziekteprogressie of onaanvaardbare toxiciteit optreedt.
Uitgestelde of gemiste doses
Als een geplande dosis Rozlytrek wordt gemist, kunnen patiënten de gemiste dosis alsnog innemen tenzij het minder dan 12 uur duurt tot de volgende dosis.
Als hele capsules zijn gebruikt en de patiënt moet braken direct na het innemen van Rozlytrek, dan kunnen patiënten die inname van de dosis herhalen.
In het geval dat capsules als een orale suspensie zijn toegediend door iemand anders dan een beroepsbeoefenaar in de gezondheidszorg (bijvoorbeeld verzorgers of ouders) en de patiënt een toegediende dosis direct na het innemen gedeeltelijk of geheel overgeeft/uitspuugt, moeten de verzorgers een beroepsbeoefenaar in de gezondheidszorg raadplegen om vervolgstappen door te nemen.
Dosisaanpassingen
Voor de behandeling van bijwerkingen kan tijdelijke onderbreking, dosisverlaging of staken van de behandeling met Rozlytrek noodzakelijk zijn in geval van bepaalde bijwerkingen (zie tabel 3) of op basis van het oordeel van de voorschrijver ten aanzien van de veiligheid van of verdraagbaarheid voor de patiënt.
Volwassenen
Bij volwassenen mag de dosis Rozlytrek tot tweemaal worden verlaagd, op basis van de verdraagbaarheid (zie tabel 2). De behandeling met Rozlytrek moet definitief worden gestaakt als patiënten een dosis van 200 mg eenmaal daags niet kunnen verdragen.
Pediatrische patiënten
Bij pediatrische patiënten ouder dan 1 maand mag de dosis Rozlytrek maximaal tweemaal worden verlaagd, op basis van de verdraagbaarheid (zie tabel 2).
Tabel 2 Schema voor dosisverlaging bij volwassen en pediatrische patiënten
Startdosering | Eerste doseringsverlaging | Tweede doseringsverlaging | Rozlytrek definitief staken bij patiënten die Rozlytrek niet verdragen na twee dosisverlagingen. |
250 mg/m2 | Verlaag de eenmaal daagse dosis tot twee derde van de startdosering* | Verlaag de eenmaal daagse dosis tot één derde van de startdosering* | |
100 mg | 50 mg of 100 mg eenmaal daags volgens schema** | 50 mg eenmaal daags | |
200 mg | 150 mg eenmaal daags | 100 mg eenmaal daags | |
300 mg | 200 mg eenmaal daags | 100 mg eenmaal daags | |
400 mg | 300 mg eenmaal daags | 200 mg eenmaal daags | |
600 mg | 400 mg eenmaal daags | 200 mg eenmaal daags | |
*Om doseringsstappen van 10 mg mogelijk te maken, kunnen capsules gebruikt worden om een orale suspensie te bereiden. Zie ‘Wijze van toediening’ hieronder en rubriek 6.6. |
Advies over dosisaanpassingen van Rozlytrek bij volwassen en pediatrische patiënten in geval van bepaalde bijwerkingen staat in tabel 3 (zie rubriek 4.4 en 4.8).
Tabel 3 Aanbevolen dosisaanpassingen van Rozlytrek bij volwassen en pediatrische patiënten in geval van bijwerkingen
Bijwerking | Ernst* | Dosisaanpassing |
Congestief hartfalen | Symptomatisch bij lichte tot matige activiteit of inspanning, ook indien interventie is geïndiceerd (graad 2 of 3) | Onderbreek Rozlytrek tot verbetering naar graad ≤1 is opgetreden |
Ernstig met symptomen bij rust, minimale activiteit of inspanning, of indien interventie is geïndiceerd (graad 4) | Onderbreek Rozlytrek tot verbetering naar graad ≤1 is opgetreden | |
Cognitieve aandoeningen | Onverdraagbare, maar matige veranderingen die activiteiten in dagelijks leven beïnvloeden (onverdraagbaar graad 2) | Onderbreek Rozlytrek tot verbetering naar graad ≤1 of naar baseline is opgetreden |
Ernstige veranderingen die activiteiten in dagelijks leven beperken (graad 3) | Onderbreek Rozlytrek tot verbetering naar graad ≤1 of naar baseline is opgetreden | |
Onmiddellijke interventie vereist voor het voorval (graad 4) | Staak de behandeling met Rozlytrek bij langdurige, ernstige of onverdraagbare bijwerkingen, zoals klinisch aangewezen | |
Hyperurikemie | Symptomatisch of graad 4 | Start met uraatverlagende middelen |
Verlenging van het QT‑interval | QTc 481 tot 500 ms | Onderbreek Rozlytrek tot verbetering naar baseline is opgetreden |
QTc boven de 500 ms | Onderbreek Rozlytrek tot verbetering van QTc-interval naar baseline is opgetreden | |
Torsade de pointes; polymorfe ventriculaire tachycardie; symptomen van ernstige aritmie | Staak permanent de behandeling met Rozlytrek | |
Verhoging van transaminase | Graad 3 | Onderbreek Rozlytrek tot verbetering naar graad ≤ 1 of naar baseline is opgetreden |
Graad 4 | Onderbreek Rozlytrek tot verbetering naar graad ≤ 1 of naar baseline is opgetreden | |
ALAT of ASAT hoger dan 3 keer de ULN met bijkomende bilirubine hoger dan 2 keer de ULN (bij afwezigheid van cholestase of hemolyse) | Staak permanent de behandeling met Rozlytrek | |
Anemie of neutropenie | Graad 3 of 4 | Onderbreek Rozlytrek tot verbetering naar graad ≤ 2 of naar baseline is opgetreden |
Andere klinisch relevante bijwerkingen | Graad 3 of 4 | Onderbreek Rozlytrek tot de bijwerking is verdwenen of verbetering naar graad ≤ 1 of naar baseline is opgetreden |
*Gradaties van ernst zoals gedefinieerd in de Common Terminology Criteria for Adverse Events van het National Cancer Institute (NCI CTCAE) versie 4.0. |
Krachtige of matige CYP3A‑remmers
Gelijktijdig gebruik van krachtige of matige CYP3A‑remmers bij volwassenen en pediatrische patiënten ouder dan 1 maand moet worden vermeden (zie rubriek 4.4).
Als bij volwassenen gelijktijdige toediening niet vermeden kan worden, moet het gebruik van krachtige of matige CYP3A‑remmers beperkt worden tot 14 dagen en moet de dosering van Rozlytrek als volgt worden verlaagd:
100 mg eenmaal daags bij gebruik van krachtige CYP3A-remmers (zie rubriek 4.5)
200 mg eenmaal daags bij gebruik van matige CYP3A‑remmers.
Na staking van het gelijktijdige gebruik van de krachtige of matige CYP3A‑remmer kan de Rozlytrek‑dosis die werd ingenomen voordat gestart werd met de krachtige of matige CYP3A‑remmer, worden hervat. Voor CYP3A4‑remmers met een lange halfwaardetijd kan een uitwasperiode noodzakelijk zijn (zie rubriek 4.5).
Speciale populaties
Ouderen
Er is geen dosisaanpassing nodig bij patiënten ≥ 65 jaar (zie rubriek 5.2).
Verminderde leverfunctie
Er wordt geen dosisaanpassing aanbevolen bij patiënten met een licht verminderde leverfunctie (Child-Pugh A), een matig verminderde leverfunctie (Child-Pugh B) of een ernstig verminderde leverfunctie (Child-Pugh C) (zie rubriek 5.2). Patiënten met een ernstig verminderde leverfunctie moeten nauwlettend worden gecontroleerd op leverfunctie en bijwerkingen (zie tabel 3)
Verminderde nierfunctie
Er is geen dosisaanpassing nodig bij patiënten met een licht of matig verminderde nierfunctie. Entrectinib is niet onderzocht bij patiënten met een ernstig verminderde nierfunctie (zie rubriek 5.2).
Pediatrische patiënten
De veiligheid en werkzaamheid van entrectinib bij pediatrische patiënten van 1 maand en jonger zijn niet vastgesteld. De momenteel beschikbare gegevens worden beschreven in rubriek 4.8, 5.1 en 5.2, maar er kan geen doseringsadvies worden gegeven.
Wijze van toediening
Rozlytrek is voor oraal of enteraal (bijvoorbeeld maag- of nasogastrisch) gebruik.
Rozlytrek kan met of zonder voedsel worden ingenomen (zie rubriek 5.2), maar mag niet worden ingenomen met grapefruit, grapefruitsap of bittersinaasappelen (ook bekend als pomerans) (zie rubriek 4.5).
De harde capsules moeten in hun geheel worden doorgeslikt. Maak de capsules niet fijn en kauw er niet op.
Capsules toegediend als een orale suspensie
- Voor details over de bereiding van capsules als een orale suspensie, zie rubriek 6.6.
- Rozlytrek moet onmiddellijk na bereiding als een orale suspensie worden ingenomen. Gooi de suspensie weg als deze niet binnen 2 uur is gebruikt (zie rubriek 6.4).
- De patiënt moet water drinken nadat de orale suspensie is ingenomen om er zeker van te zijn dat het geneesmiddel volledig is doorgeslikt. Als enterale (bijvoorbeeld maag- of nasogastrische) toediening nodig is, moet de suspensie voor oraal gebruik via de sonde worden toegediend. Na toediening van Rozlytrek moet de sonde worden doorgespoeld met water of melk. Volg voor het toedienen van het geneesmiddel de instructies van de fabrikant van de enterale sonde, zie rubriek 6.6.
Gedetailleerde instructies over de toediening van de capsules bereid als een orale suspensie worden gegeven in de rubriek ‘Instructies voor gebruik’ aan het einde van de bijsluiter.
4.3 Contra‑indicaties
Overgevoeligheid voor de werkzame stof of voor een van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen.
4.8 Bijwerkingen
Samenvatting van het veiligheidsprofiel
De meest voorkomende bijwerkingen (≥ 20%) waren vermoeidheid, constipatie, diarree, duizeligheid, dysgeusie, oedeem, gewichtstoename, anemie, verhoogd creatinine in bloed, misselijkheid, dysesthesie, pijn, braken, pyrexie, artralgie, verhoogd aspartaataminotransferase en dyspneu, cognitieve aandoeningen, hoesten en verhoogd alanine-aminotransferase. De meest voorkomende ernstige bijwerkingen (≥ 2%) waren longinfectie (5,3%), fracturen (4,1%), dyspneu (3,6%), afgenomen cognitie (2,9%), pleurale effusie (2,5%) en pyrexie (2,5%). Permanent staken van de behandeling vanwege een bijwerking kwam voor bij 6,0% van de patiënten.
Overzicht van de bijwerkingen in tabelvorm
Tabel 4 geeft een samenvatting van de bijwerkingen die zijn opgetreden bij 762 volwassen en 91 pediatrische patiënten die met Rozlytrek werden behandeld in drie klinische onderzoeken bij volwassenen (ALKA, STARTRK‑1 en STARTRK-2) en één klinisch onderzoek bij pediatrische patiënten (STARTRK‑NG) en één klinisch onderzoek bij volwassen en pediatrische patiënten (TAPISTRY). De mediane blootstellingsduur was 8,6 maanden.
Tabel 5 bevat gegevens over pediatrische patiënten uit drie klinische onderzoeken; STARTRK-NG, STARTRK-2 en TAPISTRY. De mediane blootstellingsduur was 11,1 maanden. Pediatrische gegevens in de beschrijving van geselecteerde bijwerkingen geven de blootstelling aan Rozlytrek weer in deze uitgebreide pediatrische veiligheidspopulatie (n = 91). Het veiligheidsprofiel dat werd waargenomen bij de uitgebreide pediatrische populatie kwam overeen met het bekende pediatrische veiligheidsprofiel van de geïntegreerde veiligheidspopulatie in tabel 4 hieronder.
De bijwerkingen zijn weergegeven per systeem/orgaanklasse volgens MedDRA. De gebruikte frequentiecategorieën zijn als volgt: zeer vaak ≥ 1/10, vaak (≥ 1/100, < 1/10), soms (≥ 1/1.000, < 1/100), zelden (≥ 1/10.000, < 1/1.000), zeer zelden (< 1/10.000). Binnen elke systeem/orgaanklasse worden de bijwerkingen weergegeven in volgorde van afnemende ernst.
Tabel 4 Bijwerkingen die zijn opgetreden bij volwassen en pediatrische patiënten die met Rozlytrek werden behandeld in klinische onderzoeken (n = 853)
Systeem/orgaanklasse | Bijwerking | Alle graden | Frequentiecategorie | Graad ≥3 |
Infecties en parasitaire aandoeningen | Urineweginfectie | 15,7 | Zeer vaak | 2,7 |
Longinfectie1 | 14,4 | Zeer vaak | 6,1* | |
Bloed‑ en lymfestelselaandoeningen | Anemie | 33,4 | Zeer vaak | 9,7 |
Neutropenie2 | 15,8 | Zeer vaak | 6,1 | |
Voedings‑ en stofwisselingsstoornissen | Gewichtstoename | 34,1 | Zeer vaak | 10,6 |
Hyperurikemie | 16,4 | Zeer vaak | 2,3 | |
Verminderde eetlust | 13,0 | Zeer vaak | 0,7 | |
Dehydratatie | 6,6 | Vaak | 1,1 | |
Tumorlysissyndroom | 0,2 | Soms | 0,2* | |
Zenuwstelselaandoeningen | Duizeligheid3 | 36,5 | Zeer vaak | 1,9 |
Dysgeusie | 35,8 | Zeer vaak | 0,2 | |
Dysesthesie4 | 24,9 | Zeer vaak | 0,4 | |
Cognitieve aandoeningen5 | 23,3 | Zeer vaak | 3,6 | |
Perifere sensorische neuropathie6 | 16,2 | Zeer vaak | 1,1 | |
Hoofdpijn | 16,1 | Zeer vaak | 0,6 | |
Ataxie7 | 15,1 | Zeer vaak | 1,5 | |
Slaapproblemen8 | 12,8 | Zeer vaak | 0,4 | |
Stemmingsstoornissen9 | 9,4 | Vaak | 0,6 | |
Syncope | 5,0 | Vaak | 3,5 | |
Oogaandoeningen | Wazig zien10 | 11,7 | Zeer vaak | 0,2 |
Hartaandoeningen | Congestief hartfalen11 | 5,4 | Vaak | 2,5* |
Elektrocardiogram QTc verlengd | 3,6 | Vaak | 0,9 | |
Myocarditis | 0,2 | Soms | 0,1 | |
Bloedvataandoeningen | Hypotensie12 | 15,9 | Zeer vaak | 2,3 |
Ademhalingsstelsel‑, borstkas‑ en mediastinumaandoeningen | Dyspneu | 23,8 | Zeer vaak | 4,9* |
Hoesten | 21,1 | Zeer vaak | 0,4 | |
Pleurale effusie | 6,0 | Vaak | 2,2 | |
Maagdarmstelselaandoeningen | Constipatie | 42,3 | Zeer vaak | 0,4 |
Diarree | 37,9 | Zeer vaak | 2,2 | |
Misselijkheid | 30,0 | Zeer vaak | 0,6 | |
Braken | 25,1 | Zeer vaak | 1,1 | |
Buikpijn | 11,6 | Zeer vaak | 0,6 | |
Dysfagie | 10,7 | Zeer vaak | 0,6 | |
Lever‑ en galaandoeningen | ASAT verhoogd | 21,1 | Zeer vaak | 2,9 |
ALAT verhoogd | 20,2 | Zeer vaak | 3,2 | |
Huid‑ en onderhuidaandoeningen | Huiduitslag13 | 13,4 | Zeer vaak | 1,2 |
Fotosensitiviteitsreactie | 1,9 | Vaak | 0 | |
Skeletspierstelsel‑ en bindweefselaandoeningen | Artralgie | 21,0 | Zeer vaak | 0,7 |
Myalgie | 19,7 | Zeer vaak | 0,8 | |
Fracturen14 | 11,3 | Zeer vaak | 3,4 | |
Spierzwakte | 10,4 | Zeer vaak | 1,3 | |
Nier‑ en urinewegaandoeningen | Creatinine in bloed verhoogd | 31,5 | Zeer vaak | 1,2 |
Urineretentie15 | 10,4 | Zeer vaak | 0,6 | |
Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen | Vermoeidheid16 | 43,5 | Zeer vaak | 5,0 |
Oedeem17 | 34,3 | Zeer vaak | 1,8 | |
Pijn18 | 25,6 | Zeer vaak | 1,5 | |
Pyrexie | 23,8 | Zeer vaak | 0,9 | |
* graad 3 tot 5, waaronder fatale bijwerkingen (waaronder 4 pneumonie, 3 dyspneu, 1 hartfalen en 1 tumorlysissyndroom) |
Tabel 5 Bijwerkingen die zijn opgetreden bij pediatrische patiënten die met Rozlytrek werden behandeld in klinische onderzoeken (n = 91)
Systeem/orgaan-klasse | Frequentie | Zuigelingen en kinderen1 | Kinderen2 | Jongeren3 | Alle pediatrische patiënten |
Infecties en parasitaire aandoeningen | Zeer vaak | Longinfectie (28,6%), | Urineweg-infectie (23,6%), |
| Urineweg-infectie (19,8%), |
Vaak |
|
| Longinfectie (6,7%) |
| |
Bloed‑ en lymfestelsel-aandoeningen | Zeer vaak | Anemie (61,9%), | Anemie (34,5%), | Anemie (33,3%), | Anemie (40,7%), |
Voedings‑ en stofwisselings-stoornissen | Zeer vaak | Gewichts-toename (23,8%), | Gewichts-toename (38,5%), | Gewichts-toename (53,3%), | Gewichts-toename (38,5%), |
Vaak | Dehydratie (4,8%), | Hyperurikemie (3,6%) |
| Dehydratie (8,8%), | |
Zenuwstelsel-aandoeningen | Zeer vaak |
| Hoofdpijn (32,7%), | Dysgeusie (20%), | Hoofdpijn (20,9%), |
Vaak | Stemmings-stoornissen (9,5%), | Cognitieve aandoeningen (9,1%), | Hoofdpijn (6,7%), | Cognitieve aandoeningen (9,9%), | |
Oogaandoeningen | Vaak |
| Wazig zien (7,3%) | Wazig zien (6,7%) | Wazig zien (5,5%) |
Hart-aandoeningen | Vaak | Congestief hartfalen (9,5%), | Congestief hartfalen (5,5%), |
| Congestief hartfalen (5,5%), |
Bloedvat-aandoeningen | Vaak | Hypotensie (9,5%) | Hypotensie (7,3%) | Hypotensie (6,7%) | Hypotensie (7,7%) |
Ademhalings-stelsel‑, borstkas‑ en mediastinum-aandoeningen | Zeer vaak | Hoesten (42,9%) | Hoesten (40%) | Hoesten (20%), | Hoesten (37,4%) |
Vaak | Dyspneu (4,8%) | Dyspneu (9,1%), | Pleurale effusie (6,7%) | Dyspneu (8,8%), | |
Maagdarmstelsel-aandoeningen | Zeer vaak | Braken (47,6%), | Braken (43,6%), | Misselijkheid (40%), | Braken (40,7%), |
| Vaak | Buikpijn (9,5%), |
|
|
|
Lever‑ en galaandoeningen | Zeer vaak | ALAT verhoogd (47,6%), | ASAT verhoogd (29,1%), | ASAT verhoogd (53,3%), ALAT verhoogd (46,7%) | ASAT verhoogd (36,3%), |
Huid‑ en onderhuid-aandoeningen | Zeer vaak | Huiduitslag (38,1%) | Huiduitslag (21,8%) |
| Huiduitslag (22%) |
Skeletspierstelsel‑ en bindweefsel-aandoeningen | Zeer vaak |
| Fracturen (40%), | Fracturen (20%), | Fracturen (29,7%), |
Vaak | Fracturen (9,5%) | Spierzwakte (7,3%), | Artralgie (6,7%) | Spierzwakte (6,6%), | |
Nier‑ en urineweg-aandoeningen | Zeer vaak | Creatinine in bloed verhoogd (19%) | Creatinine in bloed verhoogd (34,5%), | Creatinine in bloed verhoogd (46,7%) | Creatinine in bloed verhoogd (33%), |
Vaak | Urineretentie (9,5%) |
| Urineretentie (6,7%) |
| |
Algemene aandoeningen en toedieningsplaats-stoornissen | Zeer vaak | Pyrexie (61,9%) | Pyrexie (50,9%), | Pijn (33,3%), | Vermoeidheid (28,6%), |
| Vaak | Pijn (9,5%), |
|
|
|
% omvat alle graden van ernst |
Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen
Cognitieve aandoeningen
Bij de klinische onderzoeken werden uiteenlopende cognitieve symptomen gemeld (zie rubriek 4.4). Deze voorvallen werden gemeld als cognitieve aandoeningen (6,4%), verwarde toestand (6,2%), verminderd geheugen (4,9%), aandachtsstoornis (4,1%), amnesie (2,3%), psychische toestandsveranderingen (0,9%), hallucinatie (0,8%), delirium (0,8%), desoriëntatie (0,5%), hersenmist (0,4%), aandachtstekort-hyperactiviteitsstoornis (0,2%), visuele hallucinatie (0,2%), auditieve hallucinatie (0,1%), verminderd geestelijk vermogen (0,1%) en psychische stoornis (0,1%). Cognitieve aandoeningen van graad 3 werden gemeld bij 3,6% van de patiënten. Bij volwassen patiënten met centraal zenuwstelsel (CZS)-ziekte op baseline was de frequentie van deze bijwerkingen hoger (30%) dan bij volwassen patiënten zonder CZS-ziekte (22,6%). De mediane tijd tot het ontstaan van cognitieve aandoeningen was 0,95 maanden. In de pediatrische populatie had 2,2% (2/91) van de patiënten last van een aandachtsstoornis graad 1 en 2,2% (2/91) van de patiënten had een aandachtsstoornis graad 2.
Fracturen
Fracturen traden op bij 9,1% (69/762) van de volwassen patiënten en bij 29,7% (27/91) van de pediatrische patiënten. Over het algemeen werd de tumorbetrokkenheid niet goed beoordeeld op de plek van de fractuur. Er werden bij sommige volwassen patiënten echter radiologische afwijkingen gemeld die mogelijk wijzen op tumorbetrokkenheid. Bij zowel volwassen als pediatrische patiënten waren de meeste fracturen heup- of andere fracturen in de onderste extremiteit (bijvoorbeeld femur of tibia) en sommige fracturen traden op na een val of ander trauma.
Bij volwassenen was de mediane tijd tot een fractuur 8,11 maanden (bereik: 0,26 maanden tot 45,34 maanden). Rozlytrek werd onderbroken bij 26,1% van de volwassenen die fracturen hadden. Bij 18 volwassen patiënten werd de behandeling met Rozlytrek onderbroken en bij 2 volwassen patiënten werd de behandeling permanent gestaakt vanwege fracturen. Bij 2 volwassen patiënten werd de dosis Rozlytrek verlaagd vanwege fracturen.
In totaal werden 52 fracturen gemeld bij 27 van de pediatrische patiënten, waarvan 14 patiënten meer dan eens een fractuur ondervond. Bij pediatrische patiënten vonden fracturen voornamelijk plaats bij patiënten van 12 jaar of jonger. Bij 85,2% (23/27) van de pediatrische patiënten herstelden de fracturen zich. Bij pediatrische patiënten was de mediane tijd tot een fractuur 4,3 maanden (bereik: 2,0 maanden tot 28,65 maanden). Twaalf patiënten ondervonden graad 2 fracturen en 10 patiënten ondervonden graad 3 fracturen. Zeven van de graad 3 fracturen waren ernstig. Rozlytrek werd onderbroken bij 18,5% (5/27) van de pediatrische patiënten die fracturen hadden. Zes pediatrische patiënten staakten de behandeling met Rozlytrek wegens fracturen. Bij 1 pediatrische patiënt werd de dosis Rozlytrek verlaagd.
Ataxie
Ataxie (waaronder voorvallen van ataxie, evenwichtsstoornis en loopproblemen) werd gemeld bij 15,1% van de patiënten. De mediane tijd tot het ontstaan van ataxie was 0,5 maanden (bereik: 0,03 tot 65,48 maanden) en de mediane duur was 0,7 maanden (bereik: 0,03 tot 11,99 maanden). De meerderheid (55,8%) van de patiënten herstelde van ataxie. Ataxie-gerelateerde bijwerkingen werden vaker gezien bij oudere patiënten (24,2%) dan bij patiënten jonger dan 65 jaar (11,8%).
Syncope
Syncope werd gemeld bij 5,0% van de patiënten. Bij sommige patiënten werd syncope tegelijkertijd met hypotensie, dehydratatie of QTc-verlenging gemeld en bij andere patiënten werden geen andere gelijktijdig aanwezige aandoeningen gemeld.
Verlenging van QTc-interval
Van de in totaal 853 patiënten die in klinische onderzoeken met entrectinib werden behandeld hadden 47 (7,2%) patiënten, die ten minste één ECG-beoordeling na baseline kregen, een verlenging van het QTcF-interval van > 60 ms na het starten van entrectinib en hadden 27 (4,1%) patiënten een QTcF-interval van > 500 ms (zie rubriek 4.4).
Perifere sensorische neuropathie
Perifere sensorische neuropathie werd gerapporteerd bij 16,2% van de patiënten. De mediane tijd tot het ontstaan was 0,71 maanden (bereik: 0,03 maanden tot 81,97 maanden) en de mediane duur was 0,9 maanden (bereik: 0,07 maanden tot 41 maanden). Van de patiënten herstelde 48,6% van perifere neuropathie.
Oogaandoeningen
Oogaandoeningen die werden gemeld in de klinische onderzoeken omvatten voorvallen van wazig zien (9%), afgenomen gezichtsvermogen (1,9%) en diplopie (1,8%). De mediane tijd tot het ontstaan van oogaandoeningen was 1,9 maanden (bereik: 0,03 maanden tot 49,61 maanden). De mediane duur van de oogaandoeningen was 1,2 maanden (bereik: 0,03 maanden tot 14,98 maanden). Van de patiënten herstelde 54% van de oogaandoeningen.
Pediatrische patiënten
Het algehele veiligheidsprofiel van Rozlytrek bij pediatrische patiënten is over het algemeen vergelijkbaar met het veiligheidsprofiel bij volwassenen.
De veiligheid van Rozlytrek bij pediatrische patiënten is bepaald op basis van gegevens van 91 pediatrische patiënten in 3 klinische onderzoeken (STARTRK-NG, STARTRK-2 en TAPISTRY). Van hen waren 21 patiënten 28 dagen tot < 2 jaar oud, 55 patiënten waren ≥ 2 tot < 12 jaar oud en 15 patiënten waren ≥ 12 tot < 18 jaar oud.
Bijwerkingen en afwijkende laboratoriumwaarden van graad 3 of 4 van ernst die vaker (met ten minste 5% verhoogde incidentie) optraden bij pediatrische patiënten ten opzichte van volwassen patiënten waren neutropenie (19,8% versus 4,5%), gewichtstoename (18,7% versus 9,6%), fracturen (11% versus 2,5%) en longinfectie (11% versus 5,5%). Er werden geen voorvallen van graad 5 waargenomen bij de 91 patiënten in de uitgebreide pediatrische veiligheidspopulatie. Voorvallen van graad 3 tot 4 die voorkwamen met een frequentie ≥ 5% waren neutropenie (19,8%), gewichtstoename (18,7%), fracturen (11%), longinfectie (11%) en anemie (8,8%).
Het veiligheidsprofiel in elke leeftijdsgroep (zuigelingen en kinderen (tot 2 jaar), kinderen en jongeren) is vergelijkbaar met het algemene veiligheidsprofiel van Rozlytrek bij pediatrische patiënten.
Ouderen
Onder de 853 patiënten die in klinische onderzoeken entrectinib kregen, waren 227 (26,6%) patiënten 65 jaar of ouder en 53 (6,2%) waren 75 jaar of ouder. Het algemene veiligheidsprofiel van entrectinib bij oudere patiënten is vergelijkbaar met het veiligheidsprofiel bij patiënten die jonger zijn dan 65 jaar. Bijwerkingen die bij ouderen vaker voorkwamen (met ten minste 5% verhoogde incidentie) dan bij patiënten jonger dan 65 jaar waren duizeligheid (44,9% versus 33,4%), verhoogd creatinine in het bloed (35,7% versus 30%), hypotensie (19,8% versus 14,5%) en ataxie (24,2% versus 11,8%).
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen te melden (zie hieronder voor details).
België
Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten
www.fagg.be
Afdeling Vigilantie:
Website: www.eenbijwerkingmelden.be
e-mail: adr@fagg-afmps.be
7. HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Roche Registration GmbH
Emil-Barell-Strasse 1
79639 Grenzach-Wyhlen
Duitsland
8. NUMMER(S) VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/20/1460/001
EU/1/20/1460/002
10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
24 maart 2025
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees Geneesmiddelenbureau http://www.ema.europa.eu
PRIJZEN
CNK code | Verpakking | ATC5 code | Prijs | Af-fabriek prijs | Voorschriftplichtig | Remgeld reguliere tegemoetkoming | Remgeld verhoogde tegemoetkoming |
---|---|---|---|---|---|---|---|
4246112 | ROZLYTREK 100MG HARDE CAPS 30 X 100MG | L01EX14 | - | € 1180 | Ja | - | - |
4246120 | ROZLYTREK 200MG HARDE CAPS 90 X 200MG | L01EX14 | - | € 7082 | Ja | - | - |